donderdag 18 augustus

We komen langzaam tot rust in Groningen. In de voor ons bekende Oosterhaven. Zijn, na een rondreis van ruim 4 maanden, weer terug in Nederland. We zorgen bij T-Mobile dat ons internet het weer op de ouderwetse wijze doet. Brengen een bezoek aan Forum Groningen waar ik vanaf het dak foto’s van de stad maak. Forum Groningen is een groot modern bibliotheek- en filmpaleis. Het gebouw is openbaar. Je kunt via roltrappen op en neer door de hoge verdiepingen. Heel verrassend om te doen. Je zoeft kriskras door een gigantische vide van waaruit je voortdurend contact met de stad hebt. Studieplekken en meerdere podia liggen direct rond deze vide waardoor een heel aangename, witte, amorfe ruimte ontstaat. De buitenkant van het gebouw is blijkbaar ondergeschikt. Het is geen gebouw dat meegaat in de ruimtelijkheid van de stad. De wanden vormen geen straatwand of plein omdat ze wijken en ijzig glad zijn. Je zou kunnen zeggen dat het gebouw zich van buiten afkeert van de stad maar van binnen juist met de stad samensmelt.







We zijn vorige week donderdag uit Bremen vertrokken. Er zouden erg warme dagen van boven de 30 graden komen. Bovendien hadden we weer zin om naar Nederland te gaan. Vooral het blikkige Duits door de marifoon en de afgepaste wijze waarop wij ons ten opzichte van sluismeesters moesten gedragen kwamen ons zo langzamerhand de keel uit. Hadden geen zin meer om ons voortdurend aan te passen. Die dag voeren we in de middag, met de stroom mee, de Weser af naar Elsfleth. We overnachtten aan de steiger die in de nacht een keer op en neer ging omdat we nog steeds op getijdewater lagen. Eerst kijk je naar het dorp, zes uur later tegen een hoge modderige oever op. De volgende dag kies ik er voor om vroeg tegen de laatste stroom, vlak vóór de kentering de Hünte op te varen. Zo kunnen we vandaag ook nog het 70 kilometer lange Küstenkanaal varen. Die planning wordt echter overhoop gegooid door de sluiswachter in Oldenburg. Hij liet tot wel drie keer de beroepsvaart voorgaan waar we niet bij pasten. Toen Ria na 2 uur wachten vriendelijk vroeg of hij ons niet vergeten was, mochten we gelijk mee. Vreemd. Uiteindelijk zijn we pas in de avond aan het eind van het Küstenkanaal en vragen en krijgen een plekje in de jachthaven ter plaatse. We weten dat het op sommige plekken erg ondiep is dus manoeuvreer ik uiterst voorzichtig.
Dan klinkt er een ijzig luide klap van onder uit Tiberius. We schrikken ons rot, denken dat er iets in de schroef zit. We weten niet wat er aan de hand is. Ik denk een stuk hout of ijzer in de schroef. Maar die doet het nog. Ik probeer de boegschroef te gebruiken omdat de havenmeester aangeeft dat we op een plek, achteraf aan bakboord moeten liggen. Dan blijkt de boegschroef te zijn overleden. Met heel veel kunst- en vliegwerk meren we tussen de andere jachten aan. Er is aan drie kanten niet veel ruimte. Ik krijg met de schroef en met de wielwerking daarvan Tiberius niet opzij. Er staat stroom. Draai een rondje zonder dat ik het wil en we worden uiteindelijk door een man met zijn zoon met twee lijnen naar de kant getrokken. Ria houdt ons af zodat we andere schepen niet raken en beschadigen. We zijn alle twee lichtelijk in paniek. Als de havenmeester komt geef ik de ondiepe haven de schuld en zeg dat er rotzooi op de bodem van de haven ligt. Dat blijkt achteraf echter niet zo te zijn. Wanneer ik samen met een elektricien die toevallig in de haven is, de bank in de voorpunt open maak om naar de boegschroef te kijken is het daar een grote rotzooi. Alles zit onder de spetters en er ligt olie op de plank waar de accu’s op staan…. denk ik. Ik voel er aan….. maar het plakt niet. Het blijkt accuzuur te zijn. Een van de accu’s is volledig uit elkaar geknald. Het accuzuur is overal tegenaan en onder gelopen. Onder de plank van de accu’s liggen tientallen vaatjes met ballast waar het zuur tussendoor is gelopen op het vlak. De bedrading zit onder het zuur. En dan…….?





Wat moeten we doen? Alle bedrijven zijn in Duitsland met vakantie. Bovendien is het vrijdagavond 21.00 uur. Ria belt het calamiteiten-nummer van de verzekering. De man die we aan de telefoon krijgen zegt: spoelen spoelen spoelen. Maar dat durven we niet. Eerst moet de geëxplodeerde accu er uit! En dat kunnen we niet. Hij zit klem en we durven het niet. Bang dat de rest van het zuur uit de accu op het parket loopt. Ik bel Pollard die ook met vakantie is en Nikos onze onderhoudsmonteur die wel de telefoon opneemt, maar in Griekenland op een eiland zit. Ria durft zonder boegschroef niet naar Nederland te varen. Ik bel onze vriend Rob die ook een boot van de Pollardwerf heeft en legt hem het probleem uit. Hij biedt direct aan te komen. Hij durft wel met z’n drieën zonder boegschroef naar Nederland te varen. Als zijn vrouw Nienke hem de volgende dag brengt lunchen we eerst. Daarna vertrekken we direct. We willen de eerste drie sluizen op het Küstenkanaal en de Eems vandaag nog meepakken. Dat gaat vlot. Het teamwerk op Tiberius is goed. Rob kent het sluiswerk. We varen achter een Nederlandse schipper die zegt voorzichtig te zijn. Zo kunnen we met z’n tweeën veilig in de twee sluizen op de Eems mee naar beneden. Na de laatste sluis knallen we, met de steeds intenser wordende stroom richting Nederland. Eerst met 14 kilometer per uur oplopend bij Emden tot wel 18 kilometer per uur. Zo snel is Tiberius nog niet gegaan. Het modderwater kolkt om ons heen. Als we op de Dollard in de verte Delfzijl zien liggen doen we het laatste stuk over het open water in het uitdovende avondlicht. De luchten zijn betoverend. Om 21.15 maken we, bij het laatste beetje licht, vast in de buitenhaven van Delfzijl.





Zondagmorgen wordt Rob met een plank van een rug wakker, of eigenlijk heeft hij niet geslapen, ontbijten met een fruithap en gaan de Zeesluis door naar de Scheepswerf Delfzijl. We doen rustig aan en eten bij de Toko om de hoek.
Maandagochtend komt Louis Hylkema naar onze uiteengespatte accu kijken en hij zet twee mannen aan het werk. Die voeren de twee accu’s uit de voorpunt af en zetten een grote ventilator in het luik. Zo worden de giftige dampen van de accu afgevoerd. Daarna wordt er de hele dag met veel water en later ook met soda schoon gemaakt en gespoeld. De bilgenpomp draait overuren. De plank waar de accu’s op stonden is echter helemaal vol gezogen met zuur wat we er niet uit krijgen. Dus worden twee nieuwe AGM-accu’s op de bank gezet en aangesloten. Ook is de dynamo aan de motor overbelast geraakt omdat hij de kapotte accu probeerde te compenseren. En de diode-brug functioneert niet goed. Nu varen we via Groningen naar Pollard, de bouwer van het schip om voor in de punt de bedrading en het hout te laten vervangen. De punt moet verder grondig schoon gemaakt worden. Er zal ook een nieuwe dynamo in moeten en de bilgenpomp is ook vergiftigd door het zuur.