Bremer Stadsmuzikanten

Het “Zicht op Bremen”  hadden jullie nog te goed. Ik probeer steden die we aandoen als een panorama vast te leggen. Al fietsend heb ik geprobeerd, intuïtief, die gebouwen van de Bremer binnenstad vast te leggen die mij aanspraken. Niet het protserige gerestaureerde middeleeuwse gemeentehuis. Maar wel de meer eenvoudige en even oude Waag. En het prachtige Art Deco concertgebouw van Bremen: Die Glocke, waarvan Herbert van Karajan zegt dat het tot een van de 3 beste concertzalen behoort. Het modernistische in 1966 opgeleverde “Haus of Burgerschaft” van de Stadstaat Bremen, van architect Wassili Luchthardt moet er natuurlijk ook bij.  En natuurlijk ontbreken de Bremer stadsmuzikanten, uit het sprookje van Grimm niet. Het zeer oude Rolandstandbeeld uit 1404 dat de stedelijke vrijheid vertegenwoordigt staat in het midden. Verder heb ik twee gebouwen opgenomen waar van de onderzijde bij de bombardementen op Bremen blijkbaar nog zijn gespaard en de bovenzijde in nieuwe stijl weer is opgebouwd. Dat is een mooie wijze van restaureren, waarbij de geschiedenis inzichtelijk wordt. En tot slot de oude kraan die bij de grote Beck’s brouwerij, aan de overkant van de Weser ligt. Duitser kan het haast niet.

Zicht op Bremen

200 Kilometer om

 

Panorama Oldenburg02
Panorama Oldenburg

 

vrijdag 20 april Omdat de Rodde-sluis bij Hörstel op het Dortmund-Ems-Kanal een week gestremd is besluiten we in Lingen terug te varen: Via het Küsten-Kanaal, de Untere Hunte en de Weser naar het Mittellandkanaal. Zo zigzaggen we onze reis via Oldenburg, Bremen, Minden en Hannover door Nedersaksen om uiteindelijk in Hamburg te komen. We leren de Duitse kanalen en rivieren wel kennen. En leuk dat we nog een keer in Oldenburg komen. Kennen we nog van onze reizen met Post 3. Omdat we in een andere haven liggen leren we de stad van een andere kant kennen. Ik maak een stadsgezicht van Oldenburg.

maandag 23 april Na Oldenburg wordt het water, richting Bremen, serieuzer. We moeten met de getijdenstroom en grote scheepvaart rekening houden. Dit keer hebben we weidse uitzichten op de Untere Hunte omdat we met hoog water vertrekken en over de dijken kunnen kijken. De rivier slingert door een weids landschap met de schapen herkauwend op de dijk. De lammetjes zijn nog klein. Fluitend, met 4 kilometer stroom mee, zakken we de rivier af. In Elsfleth lunchen we en doen boodschappen omdat we de vloedstroom op de Weser moeten afwachten. Op de AIS zien we veel schepen die de kruising van de Untere Hunte en Weser naderen. Het blijkt een aantal binnenvaartschepen en een groot zeeschip te zijn, dat ons later richting Bremen inhaalt. Hoe meer we Bremen naderen hoe meer het groene landschap over gaat in industrie, werven, havens en uiteindelijk, de stad. We zien verroeste industriecomplexen en glimmende, foeilelijke mega-jachten. Dichtbij de stad worden delen van de havens omgebouwd tot volumineuze buitenwijken waarvan ik denk, dat ik het rivierfront anders zou vormgeven. Tegen de avond meren we af tegen een kleine steiger aan de kant van de oude binnenstad.

Emmer Compascuum

Maandag 9 april. Omdat de Kerkbrug bij Klazienaveen gestremd is gaan we, na een weekend in Zwartsluis te hebben gelegen, pas maandag verder. Op ons dooie akkertje varen we via het Meppelerdiep naar het centrum van Meppel. Als we dinsdag op weg zijn vraag ik Ria toch maar eens even te informeren naar de stremming en blijkt die na een stuk of vijf telefoontjes vandaag te zijn opgeheven. Een week eerder dan verwacht. Dus kunnen we lekker door. Na, in de ochtend, de wat ongezellige Hoogeveense vaart te hebben gedaan komen we in de middag op de prachtige historische Verlengde Hoogeveense vaart. Wel oppassen geblazen in de steeds smaller wordende bruggen en sluizen. Achter de Noordscheschutsluis staat Ton plotseling aan de kant enthousiast te zwaaien. Omdat we hier niet kunnen stoppen varen we een stukje verder, echter niet eerder dan dat we de camera aan Ton gegeven hebben. Hij legt ons uit alle standen op film en foto vast als we de vele bruggen passeren. We doen samen een kopje thee bij Geesbrug voordan Ton naar huis gaat. Wij meren iets verder vlak voor de Klenckerbrug voor de nacht af. Als het avondverkeer is stil gevallen zinkt de zon achter ons rood oranje in het kanaal en wordt het donker zoals dat alleen nog in Drente kan. Het laatste stukje van de eerste etappe naar Coevorden kunnen we op ons akkertje doen. En leggen donderdag aan midden in het centrum van de oude garnizoensstad. We blijven het weekend in Coevorden en eten gezellig bij Ton en Ine.

Dinsdag 17 april. We liggen vlak bij de Duitse grens. Morgen nog een klein stukje over de Stads-Compascumkanaal naar Rütenbrock en dan kunnen we over het Haren Rütenbrock-kanaal naar de Ems. Gisteren, vanuit Coevorden, werden de sluizen steeds smaller en de bruggen lager. Omdat de waterstand echter nog steeds iets lagen dan het zomerpeil stond, konden we goed onder de laagste brug van 3,65 meter door. Het nieuwe Oranjekanaal met de prachtig rood gemetselde Koppelsluis en nagelnieuwe donkergroene ophaalbruggen ging prima. De krakkemikkige Veenparksluis uit 1890 spande, wat leeftijd, krapte betreft de kroon. De sluis wordt waarschijnlijk door een paar fanaten, uit historisch oogpunt in deze staat van ongemak gehandhaafd. Alhoewel dit door Drenthe de enige weg naar Duitsland is. De sluis was niet breder dan 4,80 meter en wordt deur voor deur met de hand geopend en weer dicht gedraaid. Omdat de wrijfhouten te hoog hangen en ik niet voorzichtig genoeg ben, varen we een kras, net boven de waterlijn aan stuurboord. Er is dan ook weinig ruimte met een schip van 4,60 meter breed. Vandaag maar provisorisch repareren. Een ding is zeker, je leert steeds beter sturen en langzamer manoeuvreren. We zijn nog steeds aan het afkicken: traag, trager, traagst. Als vrienden bellen denken ze dat we al in Duitsland zijn. Wij weten wel beter.

DSC_2146

 

Murphy

“Anything that can go wrong, will go wrong”

We denken op weg naar Amersfoort alleen nog de koeling te hoeven opstarten. Maar dat loopt anders. Zowel Ria als ik moet een pijnlijke wortel kanaal behandeling ondergaan voordat we de Duitse kanalen mogen bevaren. Bovendien wil plotsklaps de generator niet starten. Terwijl hij het een paar dagen geleden nog deed! Na reparatie door de plaatselijke monteur Sjaak start ook de motor niet. De elektronische startknop weigert. Sjaak bleek tijdens de reparatie van de generator de hoofdschakelaar van de motor te hebben omgezet. De Werf-baas Jan gaf de tip. Kun je lang naar zoeken! Alleen nog even wat water tappen…..

Makkelijk want de slang hangt direct naast de boot. Die luxe hadden we in Hoorn niet. Ria, die in de voorpunt lag bij te komen van de wortelkanaal-behandelijk dacht: als Aad de slang nu maar in de goede opening doet. Maar zegt niets om niet vervelend te willen doen. Ik hang de slang er in en hoor geen water lopen terwijl dat normaal gesproken wel zo is…… Zal wel komen omdat de straal hier in Amersfoort zwakker is…… Ria roept vanuit de voorpunt: ik hoor niets. Ik mopper wat en kijk of er wel water uit de kraan komt…… Dat is het geval. Rommel zo’n 5 minuten hier en daar en kijk gewoontegetrouw of de watermeter al vooruit gaat. Die beweegt niet? Vreemd! Toch maar even kijken wat er aan de hand is…… Ik verstijf: de waterslang hangt in de dieseltank! Vloek binnensmonds maar laat door diepe schaamte niets aan Ria merken…….

Dan zit er waarschijnlijk al 5 minuten water in de tank met 1.600 liter diesel. Ik bel de werf-baas Jan vanuit de kuip. Na een stilte aan de andere kant van de lijn vertelt hij dat hij het wel eerder bij de hand heeft gehad en beveelt me aan om het water onder uit de tank te tappen, water is immers zwaarder dan diesel. Tijdens het aftappen moeten we de boot flink schudden om het laatste water er uit te krijgen. Ik durf echter, na mijn stomme actie, niks meer te doen. Ria komt op het idee Marisja en Thijs te vragen. Marisja sleutelde namelijk al als klein meisje aan brommers en motoren. Ze komen na het avondeten direct in actie!

Maris neemt de leiding. Ze sluit alle aansluitingen vanuit de tank. Thijs verdwijnt in de motorruimte en opent de onderste opening waaruit wel 20 minuten water in een riviertje naar de bilgen stroomt……tot er, na een tijdje, wat schuimende diesel vermengd met water uit komt. Een geluk bij alle ongelukken is dat we naast de bilgen-afzuiginslalatie van de gemeente Amersfoort liggen, zodat we die direct kunnen legen. Met behulp van drie toevallig aanwezige vrienden Michel, Jan en Inez als ballast, houden we de boot eerst aan de ene kant scheef en vervolgens aan de andere kant. Thijs geeft instructies. Anderhalf uur en twintig koppen koffie later is de klus geklaard.

De volgende ochtend komt onze monteur Nikos met zijn vader uit Hoorn om de diesel-filters van de motor, de kachel en de generator te controleren. Hij haalt hier en daar nog een klein beetje water uit en start de motor. Hij drukt me op het hart regelmatig de scheidingsfilters op water te controleren. Marisja komt met iets lekkers bij de koffie en twee pakken cafeïnevrije koffie voor onderweg.

We liggen inmiddels na twee dagen en 115 km varen in Zwartsluis. Ik heb het motorfilter regelmatig gecontroleerd en heb een klein beetje water afgetapt. Thijs en Marisja hebben goed werk geleverd. Het is plotseling zomer geworden waardoor alle perikelen langzaam naar de achtergrond verdwijnen. Onze reis kan nu toch echt beginnen. Sterker nog, hij is al begonnen. We knijpen elkaar regelmatig om het te beseffen…..