Teutoburgerwoud

zaterdag 30 juli

Ria op het aquaduct op de kruising van Wezer en Mittellandkanaal

We zijn al weer 270 kilometer, 31 uur varen en 7 dagen geleden uit Hamburg vertrokken. Hebben er even de vaart in gezet omdat vandaag het aquaduct over de Wezer in het Mittellandkanaal bij Minden, voor een hele week gesloten wordt. We liggen nu aan de Wezer op een stil plekje in Landesbergen. Heerlijk. Gewoon een klein steigertje langs de rivier voor enkele boten. De stilte overvalt ons een beetje. We blijven daarom nog maar ’n dagje.

Vertrek uit Hamburg waar druk aan de stad gebouwd wordt

Bij ons vertrek uit Hamburg zorgen we er voor een stukje van de vloed mee te hebben. Met 3 tot 4 kilometer per/uur stroom mee scheelt dat al gauw een uur. Op het Elbe-Seitenkanaal moeten we 3 uur voor het Schiffshebewerke wachten. Vervolgens komen we via het Mittellandkanaal met de vele bruggen, in Minden.

We maken een wandelingetje over het bewuste aquaduct bij Minden en verwonderen ons over de grootte van het project dat al weer ruim een eeuw geleden is gebouwd.

Op vrijdag huren we een auto in Minden om naar Hamelen (Hameln), Externsteine en een rondje door het Teutoburgerwoud te rijden. We krijgen een scheurbakkie, een Golfje GTI. Nemen de binnendoor-weg met veel bochten en prachtige uitzichten naar Hamelen. Het gaat ons al vlug te hard. We rijden het liefst maximaal 70 kilometer per uur. Dat is al heel snel als je de laatste weken niet harder dan 10 km/uur bent gegaan. Maar soms moeten we mee met het verkeer en mag je op de binnenwegen wel 100 rijden, maar sneller dan 80 km/uur durven we niet. We moeten ook een beetje van het landschap kunnen genieten en gedragen ons dus als toerist. We zoeken in Hamelen een parkeergarage en denken in de oude stad uit te komen, maar worden geleid naar Parkhaus Stadtgalerie. We stijgen via een hellingbaan in de vorm van een kurkentrekker in 4 rondjes omhoog en parkeren tot onze schrik boven een splinternieuwe shoppingmall, zo blijkt later. Via twee roltrappen, waarbij we gedwongen worden langs een hele batterij winkels van bekende merken te lopen, komen we op de begane grond en uiteindelijk in de oude binnenstad.

In de straten rond de Markt is het nog rustig. Ik maak foto’s van de prachtige vakwerk-architectuur.

We eten een ijsje bij een goede Italiaanse ijssalon op de Pferdemarkt en lopen nog een rondje door de stad, op zoek naar een restaurant waar we kunnen lunchen. We hebben vanaf de boot al geprobeerd ergens voor de lunch te reserveren maar gek genoeg lukte dat niet. Bij alle adressen, vijf stuks, die ons leuk leken kon het niet. Ze waren op vakantie, hadden een groep op bezoek of personeelsgebrek. Heel vreemd. Uiteindelijk heb ik een pizzaatje bij een kleine Italiaan gegeten. Ria kreeg niet meer dan een nogal kale carpaccio omdat hij bang was dat er ergens gluten in het eten zouden zitten.

Hamelen heeft prachtige architectuur. Maar de stad als geheel valt ons ’n beetje tegen. Je kunt zien dat de winkels in het oude centrum last hebben van de concurrentie van het nieuwe winkelcentrum. Er zijn weinig speciaal-winkeltjes in de oude stad overgebleven. De horeca zit in de grote straten en in de kleine straatjes bruist het niet. We zien ook leegstand. De felgekleurde banken die her en der op straat zijn gezet en de gekleurde “versieringen” boven de kleine straatjes, detoneren en compenseren het verlies aan leuke winkeltjes zeker niet.

’s Middags rijden we door het prachtige landschap van het Teutoburgerwoud naar de Externsteine, een formatie van zandstenen. De formatie bestaat uit enkele lange stenen, die abrupt uit het heuvelachtige landschap oprijzen. Ze staan voor een deel in een waterpartij. Een heel bijzonder fenomeen.

De stenen zijn ontstaan in het Krijt, ongeveer 120 miljoen jaar geleden. Behalve een natuurmonument zijn de Externsteine mogelijk van religieuze of cultureel geschiedkundige waarde. Men stelt steeds opnieuw dat de Externsteine in de steentijd de functie van cultusplaats hadden. Dat is echter nooit bewezen. Toch zien we een groepje mensen die voortdurend een mantra zingen. Het gezang weerkaatst tegen de rotsen. In de 12de eeuw werd volgens een inscriptie een grot in de westelijke rots als kerk ingewijd door de plaatselijke bisschop. Links naast de ingang van die grot bevindt zich een reliëf van de kruisafname van Jezus. Dit is het oudst bewaarde stenen beeld van Duitsland.

Het is al laat geworden dus rijden we rechtstreeks terug naar Minden. De navigatie stuurt ons over de A2. We raken langzaam weer ’n beetje gewend aan de snelheid. Als ik gas geef om in te halen laar de Golf GTI een onderaards gegrom horen en we worden met onze rug in de kussens gedrukt! De auto katapult ons naar voren. Wat ’n monster. Niets voor ons.

Hamburg Speicherstadt

zaterdag 16 juli

Stadsgezicht Hamburg Speicherstadt

We liggen al weer zowat een week in Hamburg, hartje centrum, hartje haven, tussen de bekende, beetje verloederde, kleurrijke wijk St. Pauli en de Speicherstadt. We doen een beetje of we hier ’n tijdje wonen. Genieten van de stad maar bijven soms ook langer op de boot. Ria maakt een hesje uit een oude jurk. Ik maak een compleet stadsgezicht van Speicherstadt. We wandelen ook veel door de stad en zijn naar een concert van de NDR-Bigband in de Rolf Liebermann-Studio geweest. Het is een leuke stad om nader kennis mee te maken en niet alleen de highlights te pakken.

In het bovenstaande stadsgezicht is de architectuur van de Speicherstadt uit het eind van de 19e eeuw gecombineerd met het nieuwste staaltje architectuur in Hamburg: de 40 meter hoge Elbphilharmonie.We moeten nog binnen gaan kijken, dat schijnt spectaculair te zijn.

De Speicherstadt is een hoogtepunt van de Hamburgse architectuur. Het staat op de monumentenlijst en is samen met het Kontorhausviertel UNESCO-werelderfgoed. De Speicherstadt wordt tussen 1883 en 1927 op de voormalige Elbe-eilanden Kehrwieder en Wandrahm gebouwd als onderdeel van de vrijhaven van Hamburg. Om ruimte voor de pakhuizen in de vrijzone van de haven te creëren wordt in 1883 de hele Hamburgse wijk Kehrwieder ontruimd. Daarbij moesten niet minder dan 20.000 inwoners ergens anders gehuisvest worden. Het ontwerp van de pakhuizen is van architect Carl Johann Christian Zimmermann en hoofdingenieur Andreas Meyer. Elk pakhuis heeft meerdere verdiepingen en toegangen vanaf het water en vanaf de straat.

doorsnee uit 1888: Zollkanal en Freihafengebiet

De bouwwerkzaamheden werden verdeeld in drie delen, waarvan het eerste in 1888 werd voltooid. De resterende bouwwerkzaamheden waren bij het begin van de Eerste Wereldoorlog voltooid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ongeveer de helft van de Speicherstadt verwoest; de wederopbouw, die trouw bleef aan het origineel, duurde tot 1967.

De Speicherstadt is niet alleen historisch van belang, het is ook een inspiratiebron voor de huidige generatie stedenbouwers en architecten die zich voor de opgave gesteld zien weer een compacte stad te bouwen. En dat is de Speicherstad zeker, met een oppervlakte van 300.000 m² is de grootte vergelijkbaar met de bouw van 3.000 tot 5.000 woningen.

We blijven ook volgende week nog een paar dagen in Hamburg. Het wordt te heet om de kanalen op te varen. Hier, in de haven van Hamburg liggen we nog een beetje op de wind.

Noord-Oostzeekanaal

zondag 10 juli

We zijn het Noord-Oostzeekanaal af gekeuteld en liggen nu in het haventje van Brunsbüttel, direct naast de grote sluizen. Onze eerste stop was aan de steiger voor de sluis bij Holtenau, vlakbij Kiel. Daar hebben we afscheid van de Oostzee genomen. Na een rustige nacht moeten we de volgende ochtend opschieten om, samen met al onze buren rond 8.00 uur voor de sluis te liggen en te wachten tot de lichten op wit gaan, een teken dat de jachten de sluis in mogen varen. We komen naast de romp van een gigantisch schip te liggen en gaan met z’n allen maar ’n metertje omhoog.

Gelukkig zijn de oude gladde houten steigertjes, met gaten ertussen vervangen door aaneengesloten steigers met roosters zodat er geen ongelukken gebeuren. De steigers drijven op het water en gaan langs kettingen die aan de sluismuur zijn bevestigd omhoog of omlaag. We leggen de stootwillen helemaal in het water zodat ze hun werk nog net kunnen doen.

Ons doel is vandaag tot Rendsburg te varen, dat ongeveer halverwege het kanaal van totaal 100 kilometer ligt. Tijdens een wandeling in Rendsburg komen we bij de bijzondere, uit eind 19e eeuw stammende, Schwebefähre. Dit is een spoorbrug op 40 meter hoogte, met daaronder een hangende gondel die als veer dienst kan doen. Een prachtige constructie, waar Eiffel nog een puntje aan zou kunnen zuigen. Afgelopen jaren is het veer gerestaureerd en wordt eind van dit jaar weer in gebruik genomen. De spoorburg maakt aan de zijde van Rendsburg een grote loop om op hoogte komen en gaat zo een heel stuk over de bebouwing en de bomen van de stad heen. Gek gezicht.

We blijven nog wat langer in Rendsburg omdat het toch te hard waait om de Elbe op te varen. Als ik bij de vrouwelijke havenmeester twee dagen bijboek schrijft ze een verkeerde datum op het reçu dat we aan de boot moeten bevestigen. Daar komen we echter pas later achter en gaan de volgende dag opnieuw naar de havenmeester om de datum te laten corrigeren. We worden daarbij getrakteerd op een voorstelling die zo als Commedia dell’ Arte opgevoerd kan worden. Ze bladert driftig door haar bonnen-boekjes op zoek naar de naam Tiberius maar vindt het de eerste keer niet. Als ze ziet dat er al een aantal mensen buiten staan te wachten, maakt ze nog meer misbaar om te laten blijken dat zij er ook niets aan kan doen dat ze moeten wachten. Uiteindelijk vindt ze een “Iberius” en schrijft met tegenzin een nieuw reçu met een nieuwe datum uit, om die aan de boot te bevestigen. Ons advies is dus om maar niet naar deze haven met zeer onvriendelijke havenmeester te gaan.

We besluiten na 4 dagen niet direct naar Brunsbüttel te varen maar een tussenstop op het Gieselau-Kanaal te maken, waar we voor het sluisje naar de Eider aan een steigertje in het groen liggen. We worden gewekt met vogelgeluiden.

De volgende dag varen we het laatste stukje kanaal en komen aan een steiger, direct tegen de vaarweg naar de Noordsluis te liggen. Daar worden we overdonderd door de grootte van de schepen die we haast kunnen aanraken en waarvan we de motoren en schroeven van heel dicht bij in onze borst kunnen voelen. Veel schepen zijn redelijk rustig, maar af en toe is er een die een zodanig zwaar geluid produceert dat je niets anders kunt dan er naar te luisteren. En het erge is, dat ze de motoren ook laten draaien als het schip in de sluis ligt en moet wachten om de Elbe op te varen. Dat duurt bij elkaar dan een klein uurtje. Het lijkt me geen pretje op zo’n schip te moeten werken, waarbij je voortdurend aan dit oorverdovende geweld wordt blootgesteld.

Al weer zowat twee weken geleden hebben we afscheid van Denemarken genomen. Het scheelde niet veel of we werden door de Kroonprins uitgezwaaid, die naar het koninklijke jacht zou komen om de derde etappe van de tour de France door Denemarken te zien. Maar uiteindelijk is zijn komst afgelast vanwege de zeer nare aanslag op een winkelcentrum in Kopenhagen dat weekend. De boot van Koningin Margrethe II is dus voor niets naar Sønderborg gekomen.