Ystad

 

11 mei Omdat het een ideale dag is om naar Zweden te varen staan we vroeg op. We durven het haast niet te geloven. De zee is zo glad als een spiegel. Ze deinde heel zachtjes, zonder te rimpelen. Een nachtmerrie voor zeilers, maar ideaal voor ons. We besluiten dan maar ook direct naar Ystad te varen, op zo’n 100 kilometer van Mön. Met een snelheid van 13 kilometer is dat circa 8 uur. Möns Klint vervaagt en zakt langzaam achter ons in zee. Na een kleine twee uur varen is het eiland waar we vertrokken verdwenen in de nevel. Om ons heen is het niets. Hoog uit een enkel schip dat in de buurt komt of een werkeiland op zee. Tijd en ruimte vervaagt. Alleen het zoemen van de motor en de streep in het water die we achter laten. Via de AIS houden we wel de scheepvaart in de gaten die in de buurt komt. Maar die zie je pas op ongeveer een kilometer afstand. We zien de driehoekjes op het scherm van de plotter langzaam voort kruipen. Alleen als een vrachtschip of Ferry onze koers kruist verschijnt er een lichtgevende pijl op het scherm als waarschuwing. Na 6 uur komt er weer land in zicht. Ria heeft even het roer omdat ik een dutje doe. Nog even later doemen de eerste gebouwen van Ystad als schimmen in de nevel op. Na nog een uurtje  blijken het de silo’s van de fabriek op een schiereiland voor de stad te zijn. Langzaam begin de stad zich af te tekenen.

Het is altijd weer gek hoe de schaal van het land en de haven waar je naartoe vaart traag verandert. Eerst nauwelijks. Dan kruipt de tijd voort. Een uur gaat zo maar voorbij. Daarna iets sneller. Kan je nog rustig een kopje thee zetten. Langzaam tekenen zich gebouwen en een pier af. En voor je het weet moet je je snelheid aanpassen om goed te kunnen manoeuvreren in de smallere havenmond.

Ystad is een kruispunt. Het wordt vanaf het water dan ook gedomineerd door de ferry’s naar Świnoujście in Polen, Rostock in het voormalige Oost Duitsland en het eiland Bornholm van Denemarken. Daarbovenuit torent nog de veevoederfabriek die tot ver in zee steekt. Direct achter de haven ligt het station. En achter het spoor bevindt zich dan een aller vriendelijkste stad met Zweeds gekleurde huizen. Sommige straatjes zijn nog vanuit de tijd toen Ystad nog een dorp was. En o ja, ze zijn hier gek op oude auto’s. Ze rijden op Hemelvaartsdag in een luid toeterende, zich langzaam voortkruipende stoet langs de boulevard, tot het donker wordt. Vandaar de Chevrolet Bel Air op de voorgrond.

Gezicht Ystad

BewarenBewaren

Hemelvaartsdag in Gedser

 

10 mei We hebben vandaag een poging gedaan Møns Klint te bereiken. Dat is echter niet gelukt. Er stond een vervelende lange deining, dwars op Tiberius. Een uurtje geprobeerd maar het ging niet. Alle laden sprongen open en de stoelen slingerde door de boot. Het was gewoon niet fijn. Kijk het filmpje maar. 

7 mei Afgelopen dagen stond er minder deining. Maandag van Lübeck naar Burg op Fehmarn ging prima. De Haven van Burg op Fehmarn is leuk, zoals een haven hoort te zijn. Authentiek met een paar vissers, hoge silo’s van de veevoederfabriek, verschillende nautische winkels en een natuurlijk een oude havenkroeg. Heerlijk in het zonnetje ’s avonds in de kuip gegeten. Ook de oversteek naar Gedser op Femarn in Denemarken ging dinsdag goed. Ria heeft de Deense vlag met veel plezier geplaatst. De zonsondergang die je alleen hier kunt meemaken was verbluffend. Het licht doofde tergend langzaam en toonde alle kleuren van de regenboog.

5 mei Ons verblijf in Lübeck was buitengewoon. Genoten van de stoere haven en de filmische stad. Zaterdagavond bij de italiaan in een zijstraatje gegeten. We werden opgenomen in de buurt en het sociale leven. Verwarmend. Zondag een bezoek aan het Het Europese Hanzemuseum met een volledig interactieve presentatie, gebracht. Zo leer je nog eens wat.

Lübeck, Koningin van de Hanze

 

Stadsgezicht Lubeck

Eigenlijk is elke straat in Lübeck al een collage. Zoveel bouwstijlen, bouwtijden en kleuren staan door elkaar. De stad is bekend om de zeven koperen torens die boven de stad uittorenen. Maar Lübeck heeft zo veel meer te bieden. Ze beleefde een onstuimige groei aan het einde van de 12e eeuw, toen handelaren het succesvolle Hanze-verbond sloten. Lübeck was het middelpunt van de Hanze en barstte wel haast uit haar voegen. Door de natuurlijke barrière van water en de verschillende stadsmuren was de ruimte echter beperkt. Daarom werden inwoners van de stad verplicht om een deel van hun huis en tuin op te geven aan de nieuwkomers. Zo ontstonden talloze hofjes in de achtertuinen met lage poortjes waar je moet uitkijken om je hoofd niet te stoten.

De torens van de in 1173 gebouwde Dom heb ik centraal in het stadsgezicht geplaatst. Verder is het stadhuis, waar de Hanzen vergaderden, opgenomen. Het is rond 1300 in gotische, haast Moorse baksteen-stijl gebouwd, met twee spitse minaretten aan weerszijden. Maar ook een van de gespaarde oude stadspoorten, de Burgtor en de bekende hefbrug heeft een torentje. De hefbrug, met torens in neogotische stijl, dateert uit 1900 en werdt in opdracht van Keizer Wilhelm II gebouwd in verband met de aanleg van het Elbe-Lübeck-kanaal. En natuurlijk ontbreken de bekende Lübeckse panden met rijk geornamenteerde rode baksteen- gevels niet. Een kleur en uitstraling die ook verder in de steden rond de Oostzee zijn te zien. De klassieke en moderne varianten, vaak in pasteltinten passen daar goed bij. 

Tot slot is links het havenkwartier in beeld gebracht. Bureau wUrck uit Rotterdam heeft een prijsvraag gewonnen om het grote haven-schier-eiland tegen over de binnenstad te ontwikkelen. Het prachtige plan Media Docks, in een van de oude houten loodsen, is al gerealiseerd. Een spectaculair uitzicht-terras op de kop van het Wallhalbinsel ‘openbaart’ straks een nieuw perspectief op de oude Hanzestad en de rivier de Trave.

Schiffshebewerk Scharnebeck-Lauenburg

3 mei 2018 We liggen nu in het Mölln langs het prachtige Elbe Lübeck Kanaal. Gelukkig geen breed recht getrokken kanaal zoals we al veel gehad hebben, maar een haast vriendelijk meanderende, als rivier ogende waterweg, met een prachtig parkachtig landschap er langs. Je voelt dat we de Oostzee naderen. ’s Avonds glinster het water al extra voor ons op de Ziegelsee, waar onze gezellige jachthaven aan ligt.

Elde Lubeck Kanaal

2 mei 2018  Haast aan het eind van het Elbe Seiten Kanaal worden we samen met een Belgisch vrachtschip, in een grote bak met water, 38 meter naar beneden gebracht. Een spectaculaire ervaring…..

450 Kilometer kanalen en sluizen

Vandaag is het 1mei. Alles is hier in Uelzen, aan het Elbe-Seitenkanaal, gesloten. Vanaf Bremen zijn we hier via de Weser en het Mittellandkanaal gekomen. Onderweg tellen we de honderden bruggen. Vooral over het Mittellandkanaal. De sluizen worden groter en de kanalen breder. De laatste sluis hier bij Uelzen spande de kroon. Daar passen 160 appartementen in: 12 meter breed, 185 meter lang en 24 meter diep. We passen er gezamenlijk met een dubbele duwbak, die dan al twee uur lang voor ons zit te brommen, net in. De duwbak is 160, wij zijn 14,30 meter lang. Voelen ons klein. Hebben voor en achter nog een meter over.

Onderweg, in Hannover, bezoeken we de prachtige botanische tuin van De Herrenhäuser Gärten en het Sprengel Museum met 19de eeuwse kunst.

Omdat er in de City Marina tegenover de Elbphilharmonie, komende weken vanwege der Hafengeburtstag 2018 geen plaats is, varen we morgen direct door richting Lübeck. We hebben het plan om op de terugreis naar Nederland een bezoek aan Hamburg in te halen.

 

Bremer Stadsmuzikanten

Het “Zicht op Bremen”  hadden jullie nog te goed. Ik probeer steden die we aandoen als een panorama vast te leggen. Al fietsend heb ik geprobeerd, intuïtief, die gebouwen van de Bremer binnenstad vast te leggen die mij aanspraken. Niet het protserige gerestaureerde middeleeuwse gemeentehuis. Maar wel de meer eenvoudige en even oude Waag. En het prachtige Art Deco concertgebouw van Bremen: Die Glocke, waarvan Herbert van Karajan zegt dat het tot een van de 3 beste concertzalen behoort. Het modernistische in 1966 opgeleverde “Haus of Burgerschaft” van de Stadstaat Bremen, van architect Wassili Luchthardt moet er natuurlijk ook bij.  En natuurlijk ontbreken de Bremer stadsmuzikanten, uit het sprookje van Grimm niet. Het zeer oude Rolandstandbeeld uit 1404 dat de stedelijke vrijheid vertegenwoordigt staat in het midden. Verder heb ik twee gebouwen opgenomen waar van de onderzijde bij de bombardementen op Bremen blijkbaar nog zijn gespaard en de bovenzijde in nieuwe stijl weer is opgebouwd. Dat is een mooie wijze van restaureren, waarbij de geschiedenis inzichtelijk wordt. En tot slot de oude kraan die bij de grote Beck’s brouwerij, aan de overkant van de Weser ligt. Duitser kan het haast niet.

Zicht op Bremen

200 Kilometer om

 

Panorama Oldenburg02
Panorama Oldenburg

 

vrijdag 20 april Omdat de Rodde-sluis bij Hörstel op het Dortmund-Ems-Kanal een week gestremd is besluiten we in Lingen terug te varen: Via het Küsten-Kanaal, de Untere Hunte en de Weser naar het Mittellandkanaal. Zo zigzaggen we onze reis via Oldenburg, Bremen, Minden en Hannover door Nedersaksen om uiteindelijk in Hamburg te komen. We leren de Duitse kanalen en rivieren wel kennen. En leuk dat we nog een keer in Oldenburg komen. Kennen we nog van onze reizen met Post 3. Omdat we in een andere haven liggen leren we de stad van een andere kant kennen. Ik maak een stadsgezicht van Oldenburg.

maandag 23 april Na Oldenburg wordt het water, richting Bremen, serieuzer. We moeten met de getijdenstroom en grote scheepvaart rekening houden. Dit keer hebben we weidse uitzichten op de Untere Hunte omdat we met hoog water vertrekken en over de dijken kunnen kijken. De rivier slingert door een weids landschap met de schapen herkauwend op de dijk. De lammetjes zijn nog klein. Fluitend, met 4 kilometer stroom mee, zakken we de rivier af. In Elsfleth lunchen we en doen boodschappen omdat we de vloedstroom op de Weser moeten afwachten. Op de AIS zien we veel schepen die de kruising van de Untere Hunte en Weser naderen. Het blijkt een aantal binnenvaartschepen en een groot zeeschip te zijn, dat ons later richting Bremen inhaalt. Hoe meer we Bremen naderen hoe meer het groene landschap over gaat in industrie, werven, havens en uiteindelijk, de stad. We zien verroeste industriecomplexen en glimmende, foeilelijke mega-jachten. Dichtbij de stad worden delen van de havens omgebouwd tot volumineuze buitenwijken waarvan ik denk, dat ik het rivierfront anders zou vormgeven. Tegen de avond meren we af tegen een kleine steiger aan de kant van de oude binnenstad.

Emmer Compascuum

Maandag 9 april. Omdat de Kerkbrug bij Klazienaveen gestremd is gaan we, na een weekend in Zwartsluis te hebben gelegen, pas maandag verder. Op ons dooie akkertje varen we via het Meppelerdiep naar het centrum van Meppel. Als we dinsdag op weg zijn vraag ik Ria toch maar eens even te informeren naar de stremming en blijkt die na een stuk of vijf telefoontjes vandaag te zijn opgeheven. Een week eerder dan verwacht. Dus kunnen we lekker door. Na, in de ochtend, de wat ongezellige Hoogeveense vaart te hebben gedaan komen we in de middag op de prachtige historische Verlengde Hoogeveense vaart. Wel oppassen geblazen in de steeds smaller wordende bruggen en sluizen. Achter de Noordscheschutsluis staat Ton plotseling aan de kant enthousiast te zwaaien. Omdat we hier niet kunnen stoppen varen we een stukje verder, echter niet eerder dan dat we de camera aan Ton gegeven hebben. Hij legt ons uit alle standen op film en foto vast als we de vele bruggen passeren. We doen samen een kopje thee bij Geesbrug voordan Ton naar huis gaat. Wij meren iets verder vlak voor de Klenckerbrug voor de nacht af. Als het avondverkeer is stil gevallen zinkt de zon achter ons rood oranje in het kanaal en wordt het donker zoals dat alleen nog in Drente kan. Het laatste stukje van de eerste etappe naar Coevorden kunnen we op ons akkertje doen. En leggen donderdag aan midden in het centrum van de oude garnizoensstad. We blijven het weekend in Coevorden en eten gezellig bij Ton en Ine.

Dinsdag 17 april. We liggen vlak bij de Duitse grens. Morgen nog een klein stukje over de Stads-Compascumkanaal naar Rütenbrock en dan kunnen we over het Haren Rütenbrock-kanaal naar de Ems. Gisteren, vanuit Coevorden, werden de sluizen steeds smaller en de bruggen lager. Omdat de waterstand echter nog steeds iets lagen dan het zomerpeil stond, konden we goed onder de laagste brug van 3,65 meter door. Het nieuwe Oranjekanaal met de prachtig rood gemetselde Koppelsluis en nagelnieuwe donkergroene ophaalbruggen ging prima. De krakkemikkige Veenparksluis uit 1890 spande, wat leeftijd, krapte betreft de kroon. De sluis wordt waarschijnlijk door een paar fanaten, uit historisch oogpunt in deze staat van ongemak gehandhaafd. Alhoewel dit door Drenthe de enige weg naar Duitsland is. De sluis was niet breder dan 4,80 meter en wordt deur voor deur met de hand geopend en weer dicht gedraaid. Omdat de wrijfhouten te hoog hangen en ik niet voorzichtig genoeg ben, varen we een kras, net boven de waterlijn aan stuurboord. Er is dan ook weinig ruimte met een schip van 4,60 meter breed. Vandaag maar provisorisch repareren. Een ding is zeker, je leert steeds beter sturen en langzamer manoeuvreren. We zijn nog steeds aan het afkicken: traag, trager, traagst. Als vrienden bellen denken ze dat we al in Duitsland zijn. Wij weten wel beter.

DSC_2146