Europa

5 april 2022

“We wonen op een boot en zwerven door Europa”.

Dat hebben we ruim 4 jaar geleden geschreven toen we besloten op Tiberius te gaan wonen. Sindsdien hebben we geen huis of adres meer. Hebben daarom de vrijheid om in de zomer te gaan waar we willen. Naar diverse landen in Europa. Over de grote rivieren. Over de lange kanalen. Over de Oostzee. Tenminste, dat was ons doel. Maar Europa is veranderd. Is niet meer zo vrij als toen.

Eerst kwam de pandemie. Daardoor zijn we twee jaar gedwongen om alleen Nederland als ons huis te beschouwen. We konden een paar jaar niet naar de Europese wateren buiten eigen land varen. Toch hebben we ons in Nederland best vermaakt. Er is geen land waar de verscheidenheid aan waterwegen zo groot is. De Oostzee is echter die jaren niet uit ons hoofd geweest. De ruimte die, en het licht dat je daar kan ervaren is heel bijzonder. Als je daar eenmaal van geproefd hebt, wil je terug.

Nu voelen we ons niet vrij meer in grote delen van Europa. We hadden gedacht dat de vrijheid die in Europa sinds decennia bestond, zou blijven bestaan. Wellicht waren we naïef. Maar met ons vele anderen. Vanuit west Europa gezien wordt er bruut aan de achterdeur gerammeld. Wie had dat verwacht? We hadden ooit gedroomd de Donau af te kunnen varen naar de Zwarte Zee. Of via de Duitse en Poolse noordkust langs de Baltische staten naar Riga, Tallin en Helsinki. Die doelen liggen nu, naar ons gevoel, te dicht bij het losgebarsten geweld.

Natuurlijk hebben we ons afgevraagd wat we dan moeten doen. Niet op reis gaan en in Amersfoort blijven liggen? En dan? Het enige wat we kunnen is boos zijn en de ontwikkelingen volgen. De analyses lezen van wetenschappers en schrijvers. Ons zorgen maken over de toekomst van onze kinderen. Zien hoe Nederlanders Oekraïense families opnemen. Dat financieel steunen. Maar verder lossen we niets op.

Daarom hebben we besloten toch op reis te gaan. Als een soort antigif. Om te laten zien dat een groot deel van Europa nog steeds vrij is. Waar we wel mogen genieten van andere landschappen en culturen.

Het voorbij-trekkende landschap, gezien vanaf de Verlengde Hoogeveense Vaart

Weer op weg

29 maart 2022

We zijn een paar dagen onderweg. Liggen nu aan het Zwarte Water. Ons doel is de zuidkust van Noorwegen. Dat is haast onwerkelijk. Als je gaat vliegen boek je een vlucht op een ochtend of middag. Als je met de auto gaat maak je vooraf een keuze of je in twee of drie dagen zult reizen. Met de boot ga je onderweg en kijkt wel wanneer je er bent. Je kunt hooguit beslissen of je binnendoor of buitenom wilt gaan. Wij gaan binnendoor, over de Duitse kanalen. Die weg kennen we en is voor ons relaxed. Buitenom moet je met de wind en de stroming rekening houden. Wij tellen de sluizen.

We willen eind oktober weer terug in Amersfoort zijn. Dus hebben zeven maanden de tijd. Twee maanden heen. Twee maanden in Noorwegen en weer twee maanden terug. Een maand speling. Dat moet je hebben op het water waar je de planning meestal niet haalt.

Het vertrek van onze winterligplaats aan de Eem is heel vriendelijk. We worden niet alleen door onze mede-overwinteraars uitgezwaaid en getoeterd, ook Thijs en Marisja staan met het hele team van A.T.M. op de kade om ons uitgeleide te doen. En niet te vergeten, de ijsboer Jeroen van Vitelli zwaait naar ons naast de Kwekersbrug.

Deze eerste dag varen we de mooie Eem af. Dat is voor die dag genoeg. We genieten van het wijdse uitzicht over de Eempolder en slapen diep, weg van het stadse gerommel. De tweede dag is Harderwijk ons doel. Daar ontmoeten we Pieter en Stephanie. Verkennen met hen de oude Hanzestad en lunchen bij Da Gabriele. Gisteren liepen we na een mistige tocht Elburg binnen, waar inmiddels de zon alweer scheen. En vandaag dus naar Zwartsluis aan het Zwarte Water.

We verlaten straks het grote Hollandse water en duiken de Drentse en Duitse kanalen in.

De kerk van de Hervormde gemeente op de hoek van de historische binnenstad van Elburg
Landschap langs het Zwarte Water

Amersfoort

zaterdag 25 september

We zakken de IJssel verder af, zien Deventer rechts langs komen, leggen voor een nachtje aan in de oude hanzestad Hattem en komen daarna op ruimer water. Na een rustig nachtje Kattendiep, bij de monding van de IJssel, steken we de het IJsselmeer over naar Medemblik. Ons doel is Hoorn waar Nikos enkele onderhoudswerkzaamheden gaat doen. Maar we vinden het leuk nog even langs Medemblik en Enkhuizen te hoppen. In Medemblik ontmoeten we toevallig Tony en Fred van de Bertillac, mede- overwinteraars in Amersfoort, we eten samen een hapje in een restaurant aan de haven.

En uiteindelijk wordt onze stop in Enkhuizen wat langer omdat Peter en Elly, onze oude buren van de Johanna, in de 3 winters Hoorn, ons spotten op de AIS. En zij zijn ook van plan even in Enkhuizen aan te monsteren. We blijven gewoon nog een paar dagen, eten zaterdag samen op de Tiberius en kletsen weer gezellig bij. Het is geen straf om wat meer tijd in Enkhuizen te hebben, we liggen daar graag. Weten ondertussen waar alles is, de markt, de winkels. En niet te vergeten bakker Rood, met overheerlijk glutenvrij brood van Pastridor. We hebben nog geen tweede winkel gevonden die deze broodjes altijd in voorraad in de vriezer heeft. Enkhuizen is de moeite waard dus!

Zondag steken we over naar de Schelphoek in Hoorn waar Nikos zijn bedrijfshal heeft. De meeste klussen worden door Mike geklaard, zelfs de zonnepanelen werken nu weer op volle sterkte. Alleen de radar weigert. We dachten klaar te zijn met een nieuwe kap na de klap met de gebroken mast in ’s Hertogenbosch. Maar dat is niet het geval. We hebben een hele nieuwe radar nodig. Die komt later deze winter wel. Nadat de motor en de generator, voorzien van nieuwe olie en filters, op dinsdagochtend getest zijn kunnen we de oversteek naar Muiden nemen. Dachten we……

De stuurautomaat is van slag. Als ik hem buitengaats aanzet schiet hij direct met roer en al volledig stuur- en later bakboord uit. Niet prettig als je rechtdoor wilt. Later blijkt, als Mike aan boord komt en hij Raymarine belt, dat door de update die hij heeft uitgevoerd, links en rechts op de stuurautomaat zijn verwisseld. Met een ingewikkelde procedure herstelt Mike de instellingen en de stuurautomaat is weer perfect.

We genieten van de mooie lange oversteek op het Markermeer naar Muiden. Het Paard van Marken blinkt wat minder omdat de vuurtoren in de steigers staat.

Het Paard van Marken is wat minder goed te zien omdat het in de steigers staat.

In Muiden liggen we dit keer weer vlak onder het Muiderslot. Beetje nostalgie voor ons omdat we met onze vorige boot, Post 3, hier altijd langs kwamen.

Na een nachtje Eem waar we de romp poetsen, zijn we op donderdag vroeg in de middag in Amersfoort. We eten gezellig met Thijs en Marisja en praten bij. Het duurt nog even voor we landen. Moeten wennen aan de vaste ligplaats voor de winter. Maar ons rondje Nederland zit er op. Dus jullie moeten deze winter onze blog-berichten even missen. Graag tot volgend voorjaar; wanneer we deze keer echt van plan zijn om naar Oslo te varen.

Doesburg en Zutphen langs de IJssel

donderdag 9 september,

Na een klein weekje Doesburg liggen we nu in Zutphen. Alle twee zijn prachtig hanzesteden aan de IJssel. We wandelen in Doesburg veel langs de IJssel en door de binnenstad. Brengen een bezoek aan het Lalique Museum waar prachtige glaskunst van René Lalique te zien is. We verbazen ons over de mate van detail in de vazen en flesjes. Het museum bevindt zich in twee prachtige oude herenhuizen met de bijbehorende ingewikkelde draai-trappen waar Ria moeite mee heeft. Maar de koffie met glutenvrije taartjes in een van de zonnige achtertuinen maken veel goed.

De Martinikerk in Doesburg.

De haven is helemaal opgeknapt met mooie corten-stalen hekken en details. Heel wat beter dan de oude vervallen haven die we van een aantal jaar geleden kenden. Maar de herrie van de naastgelegen gieterij is dag en nacht onverminderd hetzelfde.

Dinsdag 7 september laten we ons verder de IJssel afzakken naar het 24 km stroomafwaarts liggende Zutphen. We vinden dit wel een van de mooiste havens van Nederland. Een kleine besloten haven, direct tegen de wallen en de binnenstad gelegen. Je loopt in 5 minuten naar de Markt. We laten ons het eten bij het Italiaanse restaurant Vaticano, op een van de zwoele najaarsavonden deze week, goed smaken. Vandaag bezoeken we het Henriette Polak museum waar deze maanden, op uitnodiging, Mara van Laaren exposeert. Ze heeft bouwkunde en psychologie gestudeerd en ging daarna naar de Wackers Academie in Amsterdam. We zijn van haar werk onder de indruk. Nadat ze een ruimte in een historisch gebouw helemaal nauwkeurig met potlood heeft uitgetekend, schildert ze prachtige olieverfschilderijen die de sfeer van het gebouw helemaal over brengen. Als je nog in de gelegenheid bent om de tentoonstelling te bezoeken zou ik zeker gaan.

Van de stad kan ik geen genoeg krijgen. Na de roerige geschiedenis die Zutphen heeft meegemaakt is het een bijzonder gave stad. Vooral vanaf de Martinesingel heb je een prachtig, haast 16e eeuws uitzicht over het oude kerkhof naar de machtige Sint Walburgiskerk. Ook de IJsselkade met de typische witten panden is prachtig opgeknapt. De binnenstad is bovendien niet vergeven van de schreeuwende reclame.

De Walburgiskerk is een kapittelkerk uit de 13e eeuw, en is een van de 10 grootste en mooiste kerken van Nederland. De kerk is aan de binnenzijde prachtig geschilderd.

Maas-Waal en IJssel

Vrijdag 3 september

Vanuit Roermond zijn we verder de Maas afgezakt. Maken een tussenstop in Kessel en Mook. In Kessel liggen we direct langs de Maas, met de hoge wand waarop Kessel is gebouwd aan de linker- en de traag stromende Maas aan de rechter zijde. Ik sta de volgende dag om om zes uur op en zie dat de pont bij Kessel langzaam volloopt met de eerste fietsers en wandelaars. Klokslag 6.30 uur gaat de pont voor het eerst die dag naar de overzijde en neemt direct 5 auto’s mee terug naar Kessel. Een ritueel, waarvan ik verwacht, dat het zich elke werkdag herhaalt. Vanuit het noorden komt het eerste schip in het vale ochtendlicht de Maas afzakken. Prachtig om de traagheid van het leven op de rivier zo mee te maken.

Kessel aan de Maas, vroeg in de ochtend.

In Mook leggen we aan in een klein haventje direct aan de Maas. Liggen tussen de woonwagens van de kermisklanten die toevallig dit weekend de kermis bij de kerk hebben opgebouwd. Er staat een botsautobaan, een draaimolentje, een schiettent en wat spelletjes- en eetkramen. Met het druilerige weer een beetje mistroostig gezicht. De kermis heeft blijkbaar niet meer de aantrekkingskracht die het vroeger had, toen ik in Noordwijkerhout nog naar de kermis toeleefde.

Kaart van de Rijndelta met de hoogteverschillen in het stroomgebied.

Op maandag nemen we vanaf de Maas de afslag rechts naar het Maas-Waalkanaal en gaan vervolgens 12 kilometer verderop, na de sluis bij Nijmegen, rechtsaf de Waal op. We zijn direct klaarwakker. Als je een paar weken op de Maas gevaren hebt, de stroom mee hebt gevoeld en de grote schepen hebt gezien die daar varen, dan sta je er niet bij stil dat de Waal een rivier is die veel machtiger is, wel 10 keer meer water afvoert dan de Maas en waar veel grotere combinaties varen. De stroom komt ons op de Waal met donderend geweld tegemoet. We hebben moeite om Tiberius met de neus er tegenin te krijgen. Ik moet daarvoor flink gas geven. Als ik Tiberius opvoer naar een ongebruikelijk toerental van 2400 omwentelingen en 14 km/uur door het water ga, hou ik niet meer dan een magere 9 km/uur over de grond over. We hebben ons dan al met nog vier andere jachten via de marifoon bij Sector Nijmegen gemeld en krijgen te horen waar de grote binnenvaartschepen zich op de Waal bevinden. We ploeteren verder de Waal op tot de Lindenberg- haven. Daar vinden we net een gaatje aan het langssteiger waar we vast kunnen maken.

We kennen Nijmegen nog niet zo goed. Het is een beetje een vreemde stad vinden we. We zien een lappendeken aan nieuwe en oude architectuur. Het resultaat van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Van een wederopbouwplan lijkt hier zo te zien geen sprake zoals we dat in Middelburg wel hebben gezien. Ook het museum Valkenhof kan ons niet bekoren. De haven zelf vinden we wel gezellig met veel oude schepen. Op het schip van Opoe Sientje eten we iets. We gaan ook naar Kinki kappers om er weer ’n beetje fatsoenelijk uit te zien. Woensdag zetten we koers naar de IJssel. Daarvoor moeten we eerst 16 kilometer de snel stromende Waal op. We hebben dan al informatie bij een aantal schepen ingewonnen over hoe je je het best op de Waal kunt gedragen. We wachten tot er geen scheepvaart meer is en stomen de Waal op. We kiezen direct het vaarwater aan de overzijde waardoor we de binnenbocht nemen waar iets minder stroom staat. Dat spelletje herhalen we nog 4 keer en komen na 1 uur en 45 minuten bij het Pannerdensch kanaal dat ons met 4 kilometer stroom mee naar de IJssel brengt. Op de Waal varen we zowat met de grote beroepsjongens mee, wat voor ons een rustig beeld geeft. We leren het wel.

Lakenvelders langs het Pannerdensch kanaal.

Op de IJssel varen we direct door naar Doesburg omdat we horen dat Gerda en Dick er met hun mooie Pollard boot liggen. We krijgen een heerlijk diner van hen aangeboden in het Arsenaal in Doesburg. Twee dagen later lunchen we samen met Michel en Jaqueline in hetzelfde restaurant. Wat boffen we ontzettend met dit stralende zomerweer, een blauwe strakke lucht in dit mooi gerestaureerde haventje.

Roermond

26 augustus 2021

Vanuit de kuip: De door Cuijpers (die van het Rijksmuseum) gerestaureerde O.L.V. Munsterkerk in Roermond. Rechts de latere bebouwing met poort in mergelsteen, rond de Abdijhof, ontworpen door jongere familieleden van Cuijpers senior.

We hebben niet veel lol gehad van de dure ligplaatsen in jachthaven Nautilus in Roermond. Het was, vooral in het weekend, nogal een rumoerige haven. De uitbater van het restaurant/cafe naast de haven hield er van tot ’s avonds laat volksmuziek op het terras te draaien, waar dan ook prompt rumoerig en gillend publiek met een zelfde interresse op af kwam. Bovendien kon ik me alleen op de dag dat we aankwamen nog door de stad slepen. Diezelfde avond sloeg de vermoeidheid en het gesnotter definitief toe. Na drie dagen door Ria verwend te zijn en een sneltest te doen die gelukkig negatief uitviel, nam Ria het stokje over. Maar niet voordat ze nog voor een week boodschappen had ingeslagen en we waren verkast naar een stil eilandje in een van de plassen bij de stad. Ik was toen net beter genoeg en Ria nog niet ziek genoeg om toch verantwoord Tiberius te verplaatsen. Daar werkte Ria het zelfde griepgerelateerde ritueel af. Nu had ik de beurt Ria van alles te voorzien waar zij behoefte aan had. Zoals uitgeperste sinaasappeltjes en versterkende kippenboulion.

Om ons verblijf toch nog enigzins te documenteren heb ik regelmatig ons uitzicht vanuit de kuip gefotografeerd wat resulteerde in bijgaande van de vroege morgen tot de late avond gefotografeerde stads-silhouetten van Roermond.

Vandaag hebben we ons eiland verlaten en zijn de Maas weer opgevaren tot aan Kessel. We hebben vanmiddag voorzichtig weer ons eerste wandelingetje gemaakt wat Ria niet meeviel. Morgen zien we wel verder.

Maastricht

dinsdag 10 augustus

Vanuit de Kuip: Markt van Maastricht met het stadhuis en afgezoomd met typische Maastrichtse architectuur in Franse en Maaslandse stijl. Gezien vanaf het standbeeld van Minckelers waarvan gezegd wordt dat hij het gaslicht heeft uitgevonden.

Al weer ruim een week geleden zijn we vanuit de plassen bij Roermond een klein stukje verder de Maas opgevaren naar Maasbracht. Een gekke plek aan het begin van het Julianakanaal. Maasbracht is nauw met de Maas verbonden. Vanaf 1860 was de Maas ten zuiden van Venlo niet bevaarbaar, omdat België veel water onttrok om dat via kanalen naar de Kempen te laten stromen. Stroomopwaarts was de Maas nog een onbetrouwbare regenrivier. Hierdoor was het gunstig om na verbetering van de Maas tussen Venlo en Maasbracht, in Maasbracht een overslaghaven te realiseren, waarbij steenkool uit de mijnstreek het belangrijkste overslaggoed was. In 1934 kwam het Julianakanaal gereed waardoor je verder de Maas op kon varen naar Maastricht en België. Maasbracht wordt mede daardoor ook door veel binnenvaartschippers gekozen als zogenaamde “thuishaven”, om een vast adres aan wal te hebben. En dat is te zien aan de tientallen schepen die hier samen met ons liggen.

Een dag later gaan we via de grote grote sluizen met drijvende bolders van Maasbracht het Julianakanaal op richting Maastricht. We hebben geen tegenstroom meer omdat het water via de parallel lopende Maas wordt afgevoerd. Dat kunnen we merken aan de vele drijvende brokstukken, restanten van de bizarre overstroming in juli. Tegengehouden door de keersluis en het afvoerkanaal bij Limmen daar waar het Julianakanaal uitkomt in de Maas. We moeten werkelijk tussen de brokstukken door laveren. De deuren van de sluis naar het Bassin gaan niet helemaal open omdat er brokstukken achter de deuren blijven hangen. Ook in het Bassin, waar we de komende week blijven liggen vinden we nog veel rotzooi, die we gedurende de week uit het water vissen. Gisteren is de verzamelde stapel hout door een man met een trekker en een kar meegenomen. Een hele kar vol!

Ria houdt Tiberius stevig vast in een van de sluizen in het Julianakanaal. Achter zie je het hoogteverschil, 12,5 meter, dat we al overbrugd hebben.

Het is even wennen in het Bassin. We kennen deze Maastrichtse stadshaven nog van 15 jaar geleden toen we met onze ONJ 10.20 vanuit Frankrijk hier een paar nachten bleven liggen. Toen bruiste de de haven van het plezier. Veel terrasjes en de haven lag tjokvol. Nu zijn de terrassen leeg en woont de nieuwe havenmeester in een oude boot aan het begin van de haven. Pas in de avond komt er wat leven in de brouwerij.

Maar het is wel een prachtige uitvalsbasis om Maastricht te verkennen. Maastricht is, na Amsterdam, de aan monumenten rijkste gemeente van Nederland. Bovendien bruist Maastricht van energie. De zichtbare historie van de stad komt onder meer tot uitdrukking in imposante voorbeelden van kerkelijke bouwkunst uit de Middeleeuwen, rijen van solide in Maaslandse en Franse stijl gebouwde huizen uit de 17e en 18e eeuw. En in de Maasbrug die met haar ritmisch lijnenspel Maastricht en Wijck tot een dubbelstad verbindt. En last but not least een rijke schakering van verdedigingswerken vanaf de Gallo-Romeinse tijd tot diep in de 19e eeuw, toen men na de opheffing van de vesting in 1867 het grootste gedeelte van de muren, poorten, torens en buitenwerken overijld en onbezonnen heeft gesloopt.

Een deel van de middeleeuwse muren en de machtige St. Servaas Basiliek.

Ria in het Bonnefantenmuseum en op de voetgangersbrug over de Maas naar Wyck.

Rijen van solide in Maaslandse en Franse stijl gebouwde huizen.

We dwalen veel door de stad, brengen een bezoek aan het Bonnefantenmuseum en laten ons het eten in een van de vele kleine stadsrestaurants in de smalle straatjes goed smaken. Op winkeltijden vermijden we de winkelstraten omdat die dan vol zijn met dagjesmensen. Het Vrijthof is niet zo mooi meer omdat de terrassen veel meer van het plein in bezit hebben genomen. Het typische Maastrichtse pad tussen de terrassen door is dicht gezet en we lopen over straat. De stoelen van de terrassen zijn, nu in Coronatijd verder van elkaar gezet tot ver op het plein. Het is maar de vraag of de stad de oude discipline die er daarvoor heerste weer terug krijgt. Als de horecaondernemers gewend zijn aan meer ruimte dan moet je je best doen om die weer terug te krijgen. Bovendien is het maar de vraag of we na Corona weer dichter op elkaar willen zitten…

Ondertussen maak ik vroeg in de ochtend foto’s van de stad, op zoek naar een lokatie waar ik weer een schets kan maken. Ik maak veel foto’s rond de kerken aan het Vrijthof. Alhoewel het een mooi plaatje kan worden ….. maar om nu weer kerken te gaan tekenen stuit mij tegen de borst. Misschien later nog eens.

De Basiliek van St. Servaas basiliek en de St. Janskerk aan het Vrijthof.

Uiteindelijk kies ik voor een meer stadser plaatje met meer ruimte: de Markt. Daar kun je ook beter de typische Maastrichtse architectuur rond het plein zien.

Toch de Maas

Zaterdag 31 juli, Noorderplas Roermond

DSC_6285

Na een laatste rondje ’s Hertogenbosch,’s avonds tussen de buien door, gaan we verder. De Zuid-Willemsvaart vonden we bij nadere bestudering niet aantrekkelijk genoeg om te varen. Te weinig aanlegplaatsen en te veel bestemd voor de beroepsaart. Bovendien komt de afspraak met Jean en Karina niet uit, dus hoeven we niet langs Veghel. We hebben daarom als alternatief, om dan via een stukje Maas stroomafwaarts, de Afgedamde Maas en het Merwedekanaal naar de ons bekende Lek te varen. Om daarna via de IJssel naar het noorden te gaan. Wel jammer. Weer het noorden…… Dus toen ik de Maas opdraaide begon het te kriebelen en ben ik omgedraaid om tegen de stroom in de Maas juist op te varen. Naar het zuiden. Want de Maas is, ondanks haar nukkige karakter, wel de mooiste rivier van het land. Ria moet even slikken, zomaar het plan veranderen en dát zonder overleg. We hebben gemiddeld 1,5 kilometer stroom tegen. Afhankelijk van de binnen- of de buitenbocht en of we dichtbij of juist ver van de sluis zijn, is de tegenstroom soms sterker en soms zwakker.

De eerste dag varen we naar het ons bekende Batenburg. Een stadje met een roemruchtig verleden. De overblijfselen van het kasteel getuigen daarvan. We wandelen een rondje geschiedenis. Batenburg kreeg in 1349 stadsrechten. Het werd bestuurd door de machtige Heren van Batenburg, die alleen aan de Duitse Keizer ondergeschikt waren. Het waren strenge heren voor hun onderdanen en vochten veel oorlogen uit. Hun kasteel is echter sinds de Franse tijd een ruïne. Zo zie je maar, macht is niet voor eeuwig. Bij de Munt lezen we dat Batenburg in de Middeleeuwen tot aan het begin van de 17e eeuw zijn eigen munten sloeg. Die werd echter overal in Europa nagemaakt, vanwege hun slechte kwaliteit. Daar stond tegenover dat valsemunters levend in de olie werden gekookt. Dit overkwam onder andere in 1434 de muntmeester van de heer van Batenburg.

DSC_6307Na twee nachten vervolgen we de Maas en kiezen een jachthaven in een dode arm van de Maas bij Boxmeer. Als tussenstop op weg naar Venlo. De Maas wordt ondertussen steeds katholieker, getuige de vele kerken en kloosters die we zien.

Venlo presenteert zich als een dicht bebouwde stad direct aan de Maas. We leggen aan in de stadshaven, onder een nieuw gebouw met winkels, restaurants en appartementen. De havenmeester vertelt ons dat de restaurants op de wandelpromenade boven ons helemaal onder water hebben gestaan. Een verhoging van 6 à 7 meter. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen. De voetgangersbrug boven ons lag in het water. Onderweg komen we ook sluizen tegen waar de verlichting stuk is: onder water gestaan!

De binnenstad van Venlo is erg gezellig en daarom drinken we ’s avonds iets in een gezellige Venlose kroeg aan de Parade. Ria een rosé en ik een Venlo’s witbiertje.

Nu liggen we al weer een nacht in de Noorderplas bij Roermond. Het plan is om morgen verder te gaan en een tijdje in Maastricht te blijven. Daarna willen we een rondje door Belgisch Vlaanderen over de oude kanalen varen. We zullen zien of dat gaat lukken. Ria bestudeert alvast de Belgische scheepvaart-berichten en kaarten.

Helemaal los

26 juli ’s Hertogenbosch

Vanuit de Kuip getekend: Prachtige, zeer gedetailleerde Neo-renaissancegevels aan de Stationsweg in ’s Hertogenbosch

Dinsdag, 20 juli hebben we ’s Hertogenbosch tijdelijk verlaten en vol goede moed onze koffers gepakt om met het OV naar Amersfoort te reizen. Daar staat een Greenwheels auto op het station op ons stond te wachten. We hebben dit keer een bestelauto voor een week gehuurd. Die hebben we wel nodig ook! We gaan ons overgebleven “bezit” op de wal drastisch beperken!

 Maar eerst vieren we dinsdagavond de verjaardag van Gerard. Voor het eerst zien we bijna al Aad’s broers en zusjes weer. Door het wereldwijd verspreide virus was dat meer dan een jaar geleden. 

De berging die we in Amersfoort mochten gebruiken moeten we leeg opleveren. Woensdag gaan we eerst maar eens ruimte maken zodat we een beetje kunnen werken. Twee rondjes stort en kringloop brengen verlichting. Alles wat weg kan gaat ook weg! Nu kunnen we beter sorteren. Weer een splitsing van spullen die al dan niet bewaard moeten worden. Alleen fotoboeken, de accordeon van Aad, wat servies, vazen en onze bed-ombouw gaan in de opslag bij de verhuizer. Verder gaan onze oude fietsen en meerdere dozen naar Thijs en Marisja. De kinderboeken en Ivo’s servies gaan in de berging bij Ivo en Lisa. Nog een paar rondjes stort op donderdag en alles is klaar voordat vrijdag de verhuizer de laatste spulletjes op komt halen. Aad haalt op de Westsingel de stellingkasten uit elkaar. Zaterdag zetten Marisja en ik ze weer in elkaar, maar dan bij Ivo en Lisa. Hierdoor hebben ze een overzichtelijke en ruime berging. 

Op zaterdag zagen Aad en Thijs planken voor in de kasten van Ivo en Lisa. Die zaten er voor een deel nog steeds niet in. Gekke dag, die zaterdag, want ik ben jarig. Het is een beetje rommelig, dat wel; maar ik heb nu wel al mijn kids bij elkaar! ’s Avonds worden we feestelijk ontvangen op de Koppel. Thijs en Marisja hebben een heerlijke verjaardagsmaaltijd gemaakt. Met bloemen op tafel: nu voel ik me echt jarig!

Al die tijd in Amersfoort, mochten we gebruik maken van het huis van Jos en Rolf, terwijl zij met hun Watersnip op de Elbe varen. Wij konden heerlijk ons gangetje gaan. Wel gek om weer in een huis te zijn, al zijn we heel blij met dit geweldige aanbod. Op zondag maken we ons logeeradres schoon en leveren we moe, maar voldaan de auto in en gaan met het OV weer terug naar Den Bosch.

We liggen aan drijvende stijgers in de Brede Haven

Met die enorme regenbuien van twee weken geleden was het water in de Maas zo ontzettend gestegen, met veel overstromingen als gevolg. Er kon op de Maas niet meer gevaren worden, ook omdat er ontzettend veel meegesleurde troep in de Maas lag. Zelfs hier in de haven van Den Bosch, tussen de sluizen in, was het water gestegen tot 3.60 m boven N.A.P. De vaste steigers van de haven waar we eerst lagen, liggen samen met de meerpalen en de elektriciteitsaansluiting een heel stuk onder water. Gelukkig ligt de boot nu aan een drijvend steiger en kunnen we deze onder het waakzaam oog van de havenmeester met een gerust hart voor wat langere tijd achterlaten.

Heerlijk, we zijn weer terug op ons bootje. Het waterpeil in de haven is gezakt tot 2.60 m boven N.A.P. Morgen is het dinsdag 27 juli en varen we richting het zuid-oosten. Over de Zuid-Willemsvaart naar Veghel. Daar gaan we het nieuwe huis van Karina en Bap bewonderen!

De Maas in het nieuws

15 juli 2021

Het water in de grachten van ’s Hertogenbosch begint ook al te stijgen.

Iedereen heeft natuurlijk wel op het nieuws gezien dat de enorme regenbuien gisteren in Duitsland, België en Zuid-Nederland voor veel wateroverlast en schade hebben gezorgd. In Duitsland zijn er ruim 100 mensen verdronken, velen nog vermist en hele gedeelten van dorpen door het water verzwolgen. Wanneer je in een van deze gebieden woont is het natuurlijk verschrikkelijk, het water is meedogenloos.

We kunnen niet meer op de Maas varen. Ook de beroepsvaart is gestremd. De sluizen gaan spuien om grote hoeveelheden water af te kunnen voeren en er ontstaat een gigantische stroom. Gisteren rond tien uur zagen we beelden van de Maas in de buurt van sluis Limmel. Vreselijk, bijna niet voorstelbaar in Nederland, waar we zo bedreven zijn in het beheersen van het water. Een kolkende stroom, met overal grote boomstammen in het water. 

Ook hier in ’s Hertogenbosch, waar we sinds maandag liggen, wordt er rekening gehouden met het meer openzetten van de sluizen op de Dommel. Vanmorgen kwam de havenmeester bij alle boten langs. De verwachting is dat het vaste steiger in de jachthaven zeker een meter onder water komt te liggen. Dus, verhuizen is de enige optie. Onder de vaste Boombrug door, nu het nog kan. Dit is een beter plekje wanneer het water stijgt. Hier is een drijvend steiger.

Na een paar heerlijke weken in Dordrecht, was het vorige week ook fijn om naar buiten te gaan en in de natuur te kunnen liggen. We passeren twee sluisjes aan weerszijde van de Nieuwe Merwede en varen zomaar de prachtige Biesbosch binnen. We meren af aan een paar palen die op vijf meter afstand van de kant van een eilandje staan en zijn de enige boot. Af en toe meert er een bootje van Rijkswaterstaat aan om wat materieel te brengen of op te halen. Het geeft direct een eilandgevoel en je waant je een beetje in Scandinavië. Nou ja, een klein beetje dan.

Aad wordt na een dag een beetje onrustig omdat hij niet van de boot af kan. Het is natuurlijk ook wel leuk om een beetje op verkenning uit te kunnen gaan. De volgende dag gaan de trossen los en kabbelen we door het zuidelijke deel van de Biesbosch richting Maas. We zien onderweg toch nog een leuk plekje, en omdat we tijd genoeg hebben leggen we aan bij een paar boxen aan de kant. Ook wel een keer leuk om wat andere boten naast ons te hebben. Hier kunnen we een behoorlijke wandeling maken rondom een moerasachtig gebied. Bloeiende moerasspirea, engelwortel en smeerwortel. Mooi en ongerept.

De foto’s die Aad in de avond maakt laten een verstild landschap zien met de ondergaande zon boven een grote vogelplas. Jammer van die aan een stuk door kakelende vrouwen naast ons. De dames praten vanuit de kuip van hun twee boten. Op het water klinkt alles zo hard en we zijn natuurlijk niets meer gewend. We kunnen onze draai niet vinden; waar hebben die vrouwen het toch urenlang over? 

De volgende ochtend zijn we om half negen al weg. Pfff, het kan alleen maar beter worden.

Op naar Heusden. De Maas is nu gelukkig nog rustig. De rivier is prachtig. Langzaam meandert de Maas door het landschap, een Amerikaanse windmolen en koeien langs de kant. Grote bomen begeleiden als piketpalen de loop van de rivier.

We leggen aan op een mooi kops kantje, met een prachtig uitzicht op de twee molens en het witte klapbruggetje. Wat is Heusden een snoepje van een stad. Helemaal gerestaureerd, Heusden lijkt wel een groot openluchtmuseum. Met zoveel liefde is het vestingstadje in oude staat teruggebracht. Jammer van de vele auto’s en terrassen in de stad.

We eten ’s avonds heerlijk in het zonnetje bij restaurant ‘van Dijk’.  Vanaf het terras zien we de Tiberius liggen. Wat een uitzicht, een feestje om Tiberius zo van een afstandje te bekijken! 

Na twee dagen is het tijd om naar ’s Hertogenbosch te varen.

Starks zien we Meta en Arnold uit Groningen met hun drie kinderen, dat wordt pannenkoeken eten! We verheugen ons er op.