Sandhamn

29 juni Vanuit Norrtälje doorkruisen we van noord naar zuid de scheren.  Door de 20 kilometer lange Norrtäljeviken zijn we eerst naar Gräddö afgezakt. Na een paar dagen zoeken we een oude plek op Fejan waar we 9 jaar geleden een paar dagen gelegen hebben. Aan het eind van de 19e eeuw werd hier een quarantainestation ingericht om de laatste gevallen van cholera in Zweden te stoppen. Het gebouw is er nog steeds. Maar vanuit het water zien we dat de hele locatie op de schop genomen wordt. Nu dus geen leuke plek om te liggen.

Na nog even een ankerplek geprobeerd te hebben stomen we naar Blidö. Een lang eiland dat vroeger uit vier kleine eilanden bestond. We genieten van het eiland en van de stille zonsondergangen. Bij een van onze fietstochtjes bezichtigen we het houten kerkje met klokkentoren. We worden er elke keer stil van als we de kleine Zweedse en Deense kerkjes bezoeken. Ze zijn zo prachtig licht en kleurrijk ingericht zijn. Meestal branden we kaarsjes voor de kinderen. Nu ook weer.

Als we verder de scheren in varen wordt het alsmaar mooier en stiller. De beboste eilanden gaan over in in de outer archipelago, met kale rotsen en zwerfstenen her en der, die nog net het zicht op de Oostzee beperken. Het licht is prachtig. Via de ankerplek het Paradiset varen we verder naar Möja waar we een haven zoeken. Maar dat valt tegen. Met de ONJ hebben we in drie havens op dit eiland gelegen. Met Tiberius lukt geen van de havens. Gewoon te groot. Wat we ook proberen. Later horen we op Sandhamn, waar we naar uitgeweken zijn, dat je met schepen groter dan 40 voet moeilijk in de havens in de archipel terecht kunt. Dat blijkt dus. Sandhamn is echter leuk. Het is een drukte van jewelste. We varen met een bootje van de SSS naar de overzijde. Het voor ons bekende eiland Lökholmen, dat lijkt op een grote Japanse tuin. Sandhamn, een voormalige Tolpost, is toeristisch maar nu nog redelijk rustig zo vlak voor het seizoen. De houten huizen op het eiland staan in een losse dorpse ordening direct op het zand. Auto’s komen hier niet.

Vanmiddag meerde met veel kabaal een 23 meter lange klassieke Benetti uit 1966 naast ons aan. Als we internet onderzoeken blijkt het schip van Prins Reinier van Monaco te zijn geweest. We hadden het schip al in Stockholm aan de Strandvägen gezien. We keken onze ogen uit. Komt de schipper met zijn vrouw naar ons toe om te vertellen dat wij zo’n mooie boot hebben! Ze waren onder de indruk van de ruimte en de prachtige afwerking. Complimenten nogmaals voor Pollard dus, die het schip zo mooi gebouwd heeft!

IMG_8420

 

“Midzomer” in Norrtälje

Smalle sund op weg naar de scheren21 juni We liggen in Norrtälje. Om dezelfde reden als 9 jaar geleden. Omdat het slecht weer is en de scheren nu minder aantrekkelijk zijn. Met dit druilerige weer zie je niks. Bestaan de scheren enkel uit vage contouren. Zo voelen we ons ook een beetje. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat de stabilisatoren begin juli in Västervik ingebouwd zouden worden, en daardoor konden we nog maar kort in de scheren liggen. Het inbouwen is echter uitgesteld tot half augustus, wanneer we in Götenburg zijn aangekomen. Natuurlijk fijn dat we daarom wel drie weken van de scheren kunnen genieten. Maar daar moeten we wel even aan wennen.

Stockholm is het hoogtepunt van onze reis. De week daar was prachtig. Maar ook de scheren staan op ons verlanglijstje. We vinden onze draai echter nog niet. Zijn nog een beetje op zoek. Misschien is het ook omdat we al twee en een halve maand op reis zijn en onze bestemming hebben bereikt. Of komt het omdat het nu Hollands weer is en we de afgelopen 2 maanden prachtig zonnig weer hebben gehad. We weten het niet. Misschien komt het ook wel doordat we ons een olifant voelen als we, met Tiberius, in weer een kleine haven een ligplaats proberen te vinden. Iedereen vindt onze boot apart en mooi. Maar hij is in de scheren ook wel groot. Met de ONJ pasten we perfect. Nu moeten we naar een plekje zoeken. En dan doet het hekanker het ook nog niet. En die is wel cruciaal om aan de scheren aan te kunnen leggen. Kortom we moeten een nieuwe modus vinden. Wellicht even tot rust komen.

Vanuit Stockholm zijn we naar Saltsjöbaden gegaan om af te wachten wanneer de stabilisatoren zouden worden geplaatst. Nu dat niet nodig is gaan we noordwaarts. Eerst naar Bullando omdat dat een beschutte plek is. Daar werden we met aanmeren geholpen door de haveneigenaar Mats en zijn dochter. Bullando is de grootste jachthaven van Stockholm. Mats vertelde over plekken in de scheren die bijzonder zijn. Onder andere over Arholma dat je daar goed het midzomernachtfeest kunt vieren. Bij nader inzien was de haven voor onze boot niet geschikt dus zijn we naar Norrtälje uitgeweken. Blijven hier een paar dagen. Want Norrtälje is een leuke stad. Daarna kijken we wat ons programma voor de komende weken wordt.

Varen langs de route die de grote schepen gaan

Hoe veel Stockholm wil je hebben

Meer stad dan hier kun je niet krijgen. Zo dicht als de Gamla Stan is. Het licht, in de smalle straten tegen de gele en okerkleurige panden, is betoverend . Soms een doorkijkje naar buiten. Daar tegenover de geweldige ruimte in de stad over het water, tussen de eilanden langs Strandvägen en vanaf de Wasa-haven waar we liggen. Je hoeft eigenlijk niet eens de stad in. Vanuit de kuip ervaren we het waterleven volop. Vier keer op een dag komen er twee grote ferry’s richting de Stockholmse Skärgården. We stuiteren dan heen en weer met de boot. Maar ook heel veel rondvaartboten en pondjes varen af en aan. Het krioelt van de schepen groot en klein. In de verte liggen de grote Ferry’s en Cruiseschepen naar Finland en Mariehamn. ’s Avonds als we in de kuip eten genieten we er van.

Stockholm wordt lustig verbouwd. Zowel bij de waterwegen-knoop Slussen, als het grote winkelcentrum Gallerian staan veel bouwkranen die het stadsbeeld vervuilen. Bij drie musea stoten we onze neus omdat ze bezig zijn de tentoonstelling te wijzigen. Het Nationalmuseum wordt al 5 jaar verbouwd. Gelukkig is het Fotografiska Museum geopend en laat de Extraordinary World of Christian Tagliavini zien:

  • Sinds het begin van zijn carrière is de Zwitsers-Italiaanse fotograaf Christian Tagliavini gefascineerd door mise-enscène fotografie en renaissanceportretten. Verwijzend naar de schilderstijl van de oude meesters, ademen zijn zorgvuldig gefotografeerde fotoportretten de waardigheid en kalmte uit van de 15e en 16e-eeuwse hoofse cultuur. In zijn proces gaat Tagliavini nog een stapje verder dan het
    renaissance-kunstenaarsideaal en presenteert hij zichzelf als een fotografische vakman die elk van zijn kostuums en rekwisieten met de hand ontwerpt. Bijzonder uitgebreid is het werk aan zijn meest uitgebreide reeks tot nu toe, Voyages Extraordinaires, waarvoor Tagliavini hele scènes construeerde, geïnspireerd door de romans van Jules Vernes.

Maar we gaan ook naar de Thielska Galleriet met werk van o.a. Zorn en naar Waldermarsudde met werk van Prins Eugèn. Deze musea en het werk wat er hangt  stralen een overdadige Scandinavische rust uit.

Verder dwalen we veel door de stad en gaan op onze Brompton vouwfietsjes of nemen die een stuk mee in de T-banen als het te ver is. Zo zijn we in de Stockholmse Hortus geweest, op zoek naar Chinese kruiden voor Ria. Maar ook door het groene Djurgården en het chique Östermalm waar alle duren merken staan uitgestald en natuurlijk te koop zijn.

 

Christian tagliavini 01

Stockholm

7 juni We zijn er. Na twee maanden varen, vanuit Amersfoort via de Duitse kanalen en de Oostzee zijn we in Stockholm aangekomen. Al de eerste avond is het licht op de stad vanaf Waldermarsudde verbluffend. We blijven een weekje in de stad ………………. misschien wel langer.

stockholm01

Stockholm02

Ankerproblemen

 

We zijn op weg naar Stockholm. Liggen nu bij de sluis van Södertälje. Afgelopen dagen waren we in prachtig Trosa. Dit keer geen foto’s. Die staan voldoende in mijn vorige boekje. We blijven drie dagen omdat de wind is aangetrokken en doen uitgebreid boodschappen in het stadje. Wanneer we zondag aankomen hebben we geen zin om bootschappen te doen en zijn ook helemaal door onze voorraden. Daarom eten we bij Fina Fisken. Ik geniet van de oesters. Een van de voorgerechten is iets met haring met een soort bruinen suiker er op. Vreemde combinaties houden die Zweden er op na. Ria eet een garnalensalade. Ze vindt het niet bijzonder en vergeet ook nog haar pillen tegen voor haar lactose-intollerantie. Dat moet ze ‘s nachts bekopen.prachtige plek- Savo SundSavo sundIk wilde vanuit het stille Harstena niet naar de stad Oxelersund. Het haventje, daar vlakbij in de scheren leek me leuker, maar bleek echter niet voor Tiberius geschikt. Dus besloten we aan een nabijgelegen rots vast te maken. Zoals de Zweden dat doen. We hebben daar toch een hekanker voor. Nou, dat was een drama. Eerst lukte het zelfs met behulp van de buurman niet. Het anker pakte niet. De tweede keer lukte wel. Ria heeft met moeite drie lange lijnen aan de dichts bijzijnde bomen vast gemaakt. We lagen echter te dicht tegen de rots. Te bonken. Dus na een half uurtje besluiten we toch maar weer te vertrekken. De buurman helpt ons ook weer los te komen en Ria zou het anker even optrekken. Vliegt de hele ketting met een geratel van het lier af. Zo weer de diepte in. Was ook niet zo gek want het de ankerketting wilde niet in het ankerhuis lopen. Die bleek gek genoeg al gauw vol. De ketting verspreide zicht niet goed in de bak maar bleef op een drol liggen. Toen heeft Ria de boot weer boven het anker achter uit gemanoeuvreerd. Ik heb met veel kunst en vliegwerk, met een schroevendraaier en een tang de loodzware ketting weer op de ankerlier gekregen. Uit armoe hebben we de halve ketting op het zwemplateau laten liggen. Het anker, dat tegen de onderkant van de boot botste laten zitten. We besluiten richting Trosa te varen. Alhoewel we er al 6 vaaruren op hebben zitten. Met extra pillen lukt me dat. Als dank bereikten we na een uurtje een oude bekende stek. Het steigertje van een restaurant midden in een van de smalle Sunds van de scheren waar we ook met de ONJ hebben gelegen. We herkende de plek direct van de vorige keer. Het restaurant was er echter niet meer. Maar er was ook geen bewoner te bekennen. Dus hebben we de nacht aan deze prachtige plek doorgebracht. Zowel de avond als de volgende ochtend vroeg was het licht betoverend. Die ochtend heb ik in alle rust de ketting met een lange schroevendraaier weer in de bak geprutst en het anker gedraaid zodat het op zijn plek viel.

Bijzonder Harstena

Wat is het mooi op Harstena. We liggen al 4 dagen aan het zelfde steigertje, tegen de rotsen en zien haast niemand. De stilte overvalt ons af en toe en genieten van het licht. De zon schijnt hier ruim 16 uur per dag. Al de veldbloemen staan in bloei. De overdadig ruikende seringenstruiken kleuren vreemd met de rode huizen.

Alles is hier nog gesloten. Het restaurantje naast ons en de bakker aan het eind van de onverharde weg. Alleen komt er elke avond een oudere vrouw als een duiveltje uit een doosje aankloppen voor het havengeld. Af en toe komt er een Zweedse zeil- of motorboot even aanmeren, maar die vertrekt al gauw weer. En de postboot zorgt voor de verbinding met de wal.

Er wonen hier in de winter nog maar 6 mensen op dit voormalige robben-eiland. We spraken vanmorgen een van de bewoonsters. Ze is hier opgegroeid en nog naar het plaatselijke schooltje gegaan. Haar ouders hadden als vissers een zwaar leven. Ze heeft nog robbenvlees gegeten. Maar dat is 30 jaar geleden. Zolang wordt al geen zeehonden meer geknuppeld of gevist.

Morgen gaan we verder richting Oxelersund en Trosa. Dan boeken we ook een haven in Stockholm en gaan de stad verkennen.