Bijzonder Harstena

Wat is het mooi op Harstena. We liggen al 4 dagen aan het zelfde steigertje, tegen de rotsen en zien haast niemand. De stilte overvalt ons af en toe en genieten van het licht. De zon schijnt hier ruim 16 uur per dag. Al de veldbloemen staan in bloei. De overdadig ruikende seringenstruiken kleuren vreemd met de rode huizen.

Alles is hier nog gesloten. Het restaurantje naast ons en de bakker aan het eind van de onverharde weg. Alleen komt er elke avond een oudere vrouw als een duiveltje uit een doosje aankloppen voor het havengeld. Af en toe komt er een Zweedse zeil- of motorboot even aanmeren, maar die vertrekt al gauw weer. En de postboot zorgt voor de verbinding met de wal.

Er wonen hier in de winter nog maar 6 mensen op dit voormalige robben-eiland. We spraken vanmorgen een van de bewoonsters. Ze is hier opgegroeid en nog naar het plaatselijke schooltje gegaan. Haar ouders hadden als vissers een zwaar leven. Ze heeft nog robbenvlees gegeten. Maar dat is 30 jaar geleden. Zolang wordt al geen zeehonden meer geknuppeld of gevist.

Morgen gaan we verder richting Oxelersund en Trosa. Dan boeken we ook een haven in Stockholm en gaan de stad verkennen.